Uitstel vernieuwde Arbowet tot 1 juli 2017

Door Hay Janssen | 16 oktober 2016

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zojuist heeft bekend gemaakt dat de aangekondigde wijziging van de Arbowet is uitgesteld – en wel tot 1 juli 2017. De vernieuwde Arbowet moet nog worden goedgekeurd door de Eerste Kamer. Het is de tweede keer dat de ingang van de vernieuwde Arbowet is uitgesteld. De wetswijziging stond aanvankelijk in de planning voor 1 juli 2016. Het voorstel voor de wijziging is pas in september 2016 door de Tweede Kamer behandeld en ligt nu ter goedkeuring bij de Eerste Kamer. Of 1 juli 2017 ook daadwerkelijk de nieuwe ingangsdatum wordt van de gewijzigde Arbowet hangt uiteraard af van de Eerste Kamer.

Dit zijn de aanpassingen van de Arbowet in hoofdlijnen:

Bedrijfsgezondheidszorg

  • Met ingang van de nieuwe Arbowet moeten werknemers de bedrijfsarts kunnen consulteren in verband met gezondheidskundige vragen. Een werknemer hoeft hiervoor niet ziek te zijn.
  • Medewerkers moeten doeltreffend toegang krijgen tot de bedrijfsarts voor gezondheidsvragen in relatie met het werk. De privacy van de werknemer moet hierbij gewaarborgd zijn. De werkgever wordt niet geïnformeerd over het consult, de aanleiding van het consult én de uitkomsten van het consult op persoonsniveau. De werkgever mag ook geen drempels opwerpen voor wat betreft plaats en tijdstip van het consult.
  • De bedrijfsarts krijgt de gelegenheid om iedere arbeidsplaats in het bedrijf te bezoeken.
  • De werknemer krijgt het recht op een second opinion bij de verzuimbegeleiding, het PAGO, de aanstellingskeuring en de gezondheidsconsultatie. De kosten hiervan zijn voor rekening van de werkgever.
  • De bedrijfsarts dient over een adequate klachtenregeling te beschikken.
  • Alle taken van de bedrijfsarts/arbodienst zijn geregeld in een contract.

Samenwerking met OR/PVT en preventiemedewerker

  • Alle arbodienstverleners (bedrijfsarts én andere dienstverleners) adviseren en werken nauw samen met de ondernemingsraad/personeelsvertegenwoordiging (OR/PVT) of preventiemedewerker van de werkgever.

Preventiemedewerker

  • De werkgever heeft de instemming nodig van de OR/PVT bij zowel de keuze van de persoon van de preventiemedewerker als de positionering van de preventiemedewerker in de organisatie;
  • De preventiemedewerker krijgt ook als taak om te adviseren aan en samen te werken met de bedrijfsarts en de andere arbodienstverleners.

Boetes

  • De bedrijfsarts kan een boete krijgen als hij/zij zich niet houdt aan het mogelijk maken van de second opinion en als de bedrijfsarts niet beschikt over een klachtenregeling.
  • De bedrijfsarts of andere arbodienstverleners kunnen een boete krijgen als ze niet adviseren aan en/of samenwerken met de OR/PVT of de preventiemedewerker.
  • De bedrijfsarts of andere arbodienstverleners kunnen een boete krijgen als ze het advies met betrekking tot het toetsen van de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) niet doorsturen naar de OR/PVT.

Werkgevers hebben een jaar de tijd (na publicatie in de Staatscourant) om deze wijzigingen te implementeren.

 

 

Reactie verzenden

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *